Kansengelijkheid

Eddie Denessen is werkpakketleider.

eddie.denessen@ru.nl

WP5: Het digitale medialandschap en kansengelijkheid

Kinderen van nu groeien op omringt door media. Ze gebruiken tablets nog voor ze kunnen lopen en leven in een wereld die zowel online als offline bestaat. Er is een overvloed aan media waaruit zij kunnen kiezen (denk bijvoorbeeld aan de verschillende apparaten zoals televisie, computer en telefoon, platformen zoals Instagram, Tiktok en Whatsapp en contentzoals films, series, influencers). Hierdoor heeft ieder kind een eigen manier van het gebruiken van media. De media die zij gebruiken zijn onder andere afhankelijk van hun eigen interesses, of de keuzes van hun ouders, maar er zijn ook andere factoren die meespelen. Zo heeft niet iedereen dezelfde kansen om media te gebruiken omdat zij een andere achtergrond hebben of omdat hun gezinssituatie anders is. Dit noemen we kansen(on)gelijkheid. Deze verschillen kunnen een positieve invloed, maar ook een negatieve invloed hebben op hoe kinderen opgroeien en zich ontwikkelen.

Wij onderzoeken welke media kinderen (5 -7 jaar) en adolescenten (12 -14 jaar) gebruiken en in welke context (bijvoorbeeld waar, met wie en waarom) zij deze gebruiken. Daarnaast kijken wij hoe de achtergrondfactoren invloed hebben op hun mediagebruik en hun ontwikkeling. We richten ons op kinderen in de onderbouw van de basisschool, en adolescenten in de onderbouw van de middelbare school.

Sara de Ruyter is PhD-student op deelproject 5.1 ‘Adolescents and Cognitive Development’.

s.f.f.deruyter@utwente.nl

5.1 Mediagebruik en Ongelijkheid

Dit project gericht op het mediagebruik en kansenongelijkheid, focust zich op het in kaart brengen van het medialandschap (alle media opties die er zijn) en het individuele mediagebruik. Hierbij kijken wij niet alleen naar digitale media (zoals de computer en telefoon) maar ook naar niet-digitale media (denk hierbij bijvoorbeeld aan boeken, tijdschriften en radio). We kijken ook naar de situatie waarin deze media worden gebruikt (thuis of op school) en waarvoor ze worden gebruikt (welke activiteiten doen jeugd op hun apparaten en voor welke doeleinden doen zij dit.) We willen daarnaast begrijpen hoe achtergrondkenmerken zoals bijvoorbeeld taal, cultuur, socio-economische status, en persoonlijke kenmerken zoals digitale vaardigheden en leeftijd verschillen in mediagebruik kunnen verklaren.

Ewa Miedzobrodzka is PostDoc op deelproject 4.2.

e.j.miedzobrodzka@uu.nl

5.2 – Ongelijkheid en Ontwikkeling

Dit postdoc project kijkt naar het grotere plaatje. We willen begrijpen wat de onderliggende verbanden tussen de ontwikkelingsgebieden (cognitief, sociaal en identiteit) zijn en hoe deze worden beïnvloed door achtergrondfactoren en kansenongelijkheid. Door dit te begrijpen, hopen we bij te dragen aan een eerlijkere samenleving waarin de jeugd gelijke kansen heeftom zichzelf te ontwikkelen.