Ina Koning

In gesprek met Ina Koning van de Vrije Universiteit Amsterdam

Relevante expertise en werkzaamheden

Ina doet onderzoek naar problematisch sociale mediagebruik van kinderen en jongeren en de invloed van de community, voornamelijk ouders. “Wat doen jongeren en kinderen en hoeveel doen ze dat en met wie doen ze dat en voor wie is het dan risicovol en voor wie niet? En hoe kunnen ouders bijdragen aan het verkleinen van die risico’s en het optimaliseren eigenlijk van de voordelen?”

In haar onderzoek kijkt Ina naar de normatieve jongeren, maar ze heeft ook speciaal aandacht voor kwetsbare kinderen en rol van digitale media en ouders. Het gaat dan om kinderen met autisme, adhd, een lichte verstandelijke handicap. Deze kwetsbare groepen zijn volgens Ina nog ondervertegenwoordigd in onderzoek. Haar onderzoek zich richt veelal op protectieve en risicofactoren, want dat is ook waar ouders de meeste vragen over hebben. Het aansluiten van haar onderzoek bij de praktijk vindt ze essentieel. Ina is betrokken bij verschillende projecten zoals het project Digital family, een project rond kwetsbare jongeren en hoe interventies voor hen bruikbaar kunnen zijn.

Waarom doe jij mee aan het project? 

Ina vindt het belangrijk dat er wordt gekeken naar rol van digitale media en hoe we daar als maatschappij mee om moeten gaan. Voorstel is gericht op de onderwijscontext en zelf heeft Ina daar minder zicht op maar vindt zij wel belangrijk. Er wordt te veel aan de scholen overgelaten zoals nu in regelgeving ten aanzien van het smartphone verbod. Daarnaast wil Ina graag haar expertise rond de invloed van ouders en de sociale context ter beschikking stellen aan het project

Wat hoop je te bereiken?

Inzicht hoe we als maatschappij de risico’s kunnen verkleinen voor kinderen en de benefits zo groot mogelijk houden, met ook oog voor kwetsbare groepen kinderen. De techbedrijven bepalen nu de regels. De verantwoordelijkheid wordt te veel bij mensen zelf gelegd. En kwetsbare groepen zijn daar nog meer slachtoffer van. Zij lopen grotere risico’s voor problematisch gebruik, maar kunnen ook meeste voordelen eruit halen. De overheid zou meer de regie moeten nemen. Daarom is dit project belangrijk volgens Ina.Inzicht in de rol van de sociale context. Dat is de familie maar ook breder, gaat over opgroeien van kinderen, het bieden van alternatieve activiteiten voor kinderen zoals buitenspelen,  en dat heeft ook invloed op gebruik van digitale media.

Wie zijn jouw samenwerkingspartners in het veld?

Ina is coördinator van Praktijkonderzoek bij de KP-KJ (klinisch psychologie kind en jeugd) opleiding van de RINO.  Klinisch psychologen krijgen te maken met jongeren die niet om kunnen gaan met digitale middelen. Dit is nog een redelijk nieuwe thematiek voor hen.  Ina heeft veel contact met klinisch psychologen in het land en de instellingen waar ze werken. Daarnaast heeft Ina contact met gemeentes, scholen (en via de scholen met ouders), zit zij aan tafel met verschillende tech bedrijven als Snapchat en Tiktok en de politiek.

Welk type output is voor jou (en het veld) bruikbaar?

Evidence based (heldere) handvatten voor beleid en praktijk. Er is veel beschikbaar maar niks evidence based. We moeten kijken naar bestaande interventies en kijken of ze effectief zijn en voor wie. Er zijn in de praktijk allerlei interventies opgezet maar daar moeten we nu evidentie aan koppelen. Wat zijn onderliggende mechanismen en in welke interventies komen die naar voren? Welke behoeften hebben ouders, jongeren en zorgprofessionals? Dat soort kennis moeten we opdoen.